Dé waarheid bestaat niet in een levensverhaal

Hoe zat het ook alweer? Wie een beetje een consistent verhaal op papier wil krijgen, zal flink in zijn of haar geheugen moeten graven. Zelf herinner je je iets op een bepaalde manier, maar als je een oud dagboek erop naslaat kom je soms toch net iets anders tegen. Voor de zekerheid vraag je het na aan je broer of zus en die zegt dat het helemaal niet gebeurd is. Hoe zit het nou echt? Wat is nu de waarheid?

Nationaal Archief, Fotocollectie Anefo, Jac de Nijs, 1961 

De waarheid? Die bestaat niet

We vinden de waarheid allemaal verschrikkelijk belangrijk. Ons rechtssysteem is ingericht op het vinden van de waarheid, in de wetenschap zoeken we naar onomstotelijke waarheden en in de politiek vliegen de moties van wantrouwen ons om de oren omdat politici niet ‘de waarheid’ hebben gesproken. Bij het schrijven van je levensverhaal ligt dat wat mij betreft net wat anders. De waarheid? Die bestaat niet.

Het gaat om perspectief

Nu wil ik je op geen enkele manier aanmoedigen om klinkklare onzin en leugens op te schrijven. Je bent het aan jezelf verplicht om het verhaal over wie jij bent en hoe jouw leven eruit zag zo goed mogelijk op te schrijven. Maar het gaat in eerste instantie om jouw perspectief op wie jij bent en niet dat van de buurvrouw of je ex. Het zijn niet de gebeurtenissen in je leven die het meest over jou zeggen, maar juist de manier waarop jij naar die gebeurtenissen keek, hoe jij ze ervaren hebt en hoe jij je ze herinnert. 

Een voorbeeld

Ik schreef een tijd geleden een boek voor een man die al op jonge leeftijd in het bedrijf van zijn vader moest werken. Hij beschreef het als een verstikkende situatie, een soort slavenarbeid die zijn hele jeugd in beslag nam. Hij realiseerde zich dat hij zelfstandig moest zien te worden en zijn eigen geld moest verdienen, om niet meer afhankelijk van zijn vader te zijn. En die wetenschap was de drijvende kracht achter alles wat hij deed. Vandaag de dag is hij een zeer succesvol ondernemer. Hij heeft altijd hard gewerkt om zijn doelen te behalen, omdat hij geen andere keuze had en omdat hij geen leven kent zonder hard werken. Zijn leven en zijn vreselijke vader hebben hem gevormd. Want was hij ook zo succesvol geweest als zijn vader een toffe peer was geweest? 

Nu vraag je je misschien af: weet ik wel zeker dat zijn vader echt zo verschrikkelijk was? Nee, die heb ik niet gesproken en ik heb ook geen andere mensen gesproken. Ik ben geen journalist, ik doe geen hoor en wederhoor. Ik schrijf een subjectief levensverhaal en sta ten dienste van slechts één perspectief. Het doet er namelijk niet heel veel toe hoe de vader zelf naar het verleden kijkt. En het maakt niet uit dat andere mensen de vader misschien wel een fantastische kerel blijken te vinden. Het gaat om de subjectieve waarheid dat deze man zijn vader een narcistische eikel vond, want met die overtuiging, die drijvende kracht, heeft zijn verhaal zich verder ontwikkeld.

Herschrijf jouw geschiedenis niet op basis van andermans herinneringen

Jouw perspectief op ‘de waarheid’ is bepalend voor je boek. Vermeng je dat perspectief te veel met de zienswijzen van anderen dan krijg je kortsluiting. Dan klopt je verhaal niet meer (tenzij je het gegeven dat je geheugen niet klopt gebruikt in je verhaal). Maar zorg er in ieder geval voor dat je niet jouw geschiedenis herschrijft op basis van andermans herinneringen. Het is jouw waarheid en zolang uit je verhaal blijkt dat het verhaal gebaseerd is op jouw perspectief, jouw herinneringen en jouw gevoel, dan kan dat nooit fout zijn. 

Share your thoughts