Tijdens het schrijven werd ik ingehaald door de werkelijkheid
Nog geen half jaar geleden zat ik in de huiskamer van deze man. Hij had verteld over Nederlands-Indië, over zijn leven in Zuid-Afrika tijdens de Apartheid, over zijn werk als internationaal zakenman en over het allerbelangrijkste in zijn leven: zijn familie. Hij was 81, zijn gezondheid had de nodige tegenslagen gekend de afgelopen jaren, maar hij was nog steeds actief in de gemeenschap, de kerk en had verschillende erefuncties.
Ik was aan de slag gegaan met zijn verhalen. Ik schreef over zijn moeilijke jaren als klein jongetje, zijn jeugdige bravoure, zijn avontuurlijke wereldreizen en zijn warme familieleven. Het verhaal was nog niet af, toen ik hoorde dat hij van de trap was gevallen. Wekenlang, dag in dag uit, was ik met mijn gedachten, gevoel en al mijn voorstellings- en inlevingsvermogen betrokken geweest bij het leven van deze man en nu had de werkelijkheid me ingehaald.
We wachten vaak te lang met het schrijven van ons levensverhaal. Als we er al aan denken, stellen we het uit, omdat het altijd later nog kan. Deze man heeft zijn levensverhaal zelf niet meer kunnen lezen, maar het staat op papier. Hoewel op het nippertje, waren we op tijd en kunnen zijn kleinkinderen lezen over opa’s avonturen over de hele wereld en wat voor een man hij was.
Gisteren werd hij begraven. Ik zag hoeveel levens hij heeft geraakt, hoeveel verdriet er was en hoeveel troost verhalen kunnen bieden. Hij heeft een geweldig leven geleid, op allerlei mogelijke manieren, en ik ben blij dat het net op tijd een boek heeft kunnen worden.